(Rotterdam 1912), studeerde Indisch recht aan de Rijksuniversiteit van Utrecht; promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam in 1938. Werd burgemeester in Hontenisse en in 1945 van Etten-Leur; was lid van de provinciale staten van Noord-Brabant in 1951-52 en vervolgens burgemeester van Venlo in 1952.
In 1957 bekleedde Van Rooy dezelfde functie in Eindhoven; werd in 1959 minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid; in 1962 burgemeester te Heerlen; van 1964-77 commissaris der koningin in Limburg, tevens voorzitter van de raad van bestuur stichting Unesco Centrum Nederland, voorzitter van de landelijk samenwerkende bejaardentehuizen organisaties, voorzitter bestuur stichting V.O.C.-schip Amsterdam en lid van de raad van advies voor de ruimtelijke ordening.Van Rooy werd grootofficier in de orde van Oranje Nassau, grootofficier in de Kroonorde van België, ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, officier in de orde van Gregorius de Grote; bezit het Grootkruis in de orde van Mayo Argentinië en het Grootkruis in de orde van Daniël Carrion Peru, het Kruis van verdienste van het Nederlandse Rode Kruis de gouden legpenning van de provincie Limburg, en de eremedaille van de stad Maastricht.
Werk: Vergelijking van de burgemeester in Nederland en Nederlands-Indië (diss.).