(Aerdenhout 1911), ondernemer; trad op 1 mei 1934 in dienst van de N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken en wel bij de toenmalige commerciële afdeling Versterkers en Cinema.
Na een éénjarig verblijf in de Verenigde Staten, keerde hij in 1939 terug naar Nederland om een functie te aanvaarden bij Philips Nederland N.V. de verkooporganisatie voor Nederland waarvan hij in 1946 adjunct-directeur en in 1949 directeur werd. Op 1 januari 1956 volgde zijn benoeming tot hoofddirecteur van Philips Nederland N.V.Inmiddels was Van Riemsdijk getrouwd met de tweede dochter van dr. A. Philips. Op 1 mei 1963 werd jhr. Van Riemsdijk benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken. In de eerste jaren was hij in deze functie hoofdzakelijk belast met de supervisie van een aantal hoofdindustriegroepen in de consumentenartikelensector en voorts van de commerciële voorcalculatie en planning, publiciteit, marketing en service.
Op 1 oktober 1968 werd hij benoemd tot lid van het presidium van de Raad van Bestuur en daarmede tevens tot vice-president van de vennootschap. Per 1 juni 1971 nam jhr. H. A. C. Van Riemsdijk het presidentschap over van ir.
F. J. Philips. Op 6 mei 1977 trad jhr. Van Riemsdijk af als president en werd hij lid van de Raad van Commissarissen in welk college hij als voorzitter optrad.
Gedurende de periode, dat hij hoofddirecteur van Philips Nederland N.V. was, heeft jhr. Van Riemsdijk verschillende bestuursfuncties in Nederland vervuld. Hij was onder meer lid van het Hoofdbestuur van de FME (Federatie Metaal en Elektrotechniek) en plaatsvervangend voorzitter van het Presidium van de FME, lid van het Bestuur van de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs, lid van het Bestuur van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oostelijk Noord-Brabant, lid van het Bestuur van de FOEGIN (Vereniging voor Fabrikanten op Electrotechnisch Gebied in Nederland), lid van het Algemeen Bestuur van het Verbond van Nederlandse Werkgevers en lid van het Bestuur van de Bond van Adverteerders.
Van Riemsdijk is ook actief geweest in diverse takken van sport. Zo speelde hij in de jaren 1930-33 in het eerste team van de Koninklijke HFC en werd verscheidene malen afgevaardigd in internationale lawn tenniswedstrijden. Hij is officier in de Orde van Oranje-Nassau en ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Voorts is hij commandeur in de Orde van Leopold II (België), groot-officier in de Orde van Tudor Vladimirescu (Roemenië) en groot-officier in de Orde van Verdienste van de Republiek Italië.