Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

PRINS, SONJA

betekenis & definitie

(Haarlem 1912). redactrice en auteur, woonachtig in Baarle-Nassau; volgde tot haar 17de jaar diverse schoolopleidingen in Californië. Londen.

Canada. Zwitserland. Haarlem. Amersfoort. Bilthoven en Baarn. In 1930 richtte zij het internationale drietalige links-literaire tijdschrift ,,Front" op en werd daarvan redactrice (1930).

Eind 1941 werd zij samen met haar moeder door de SD gearresteerd en in 1942 doorgezonden naar het concentratiekamp Ravensbrück, waar zij drie jaar verbleef. Zij is allergisch voor tyrannen en zoekt naar de androgyne mens (evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke aspecten binnen één persoon); in 1980 verscheen van haar ..Naar een androgyne wereld." Haar gedichten getuigen van strijdbaarheid, die o.a. tot uitdrukking komt in haar gedicht ,,Morele verontwaardiging", dat aanvangt met: ,,Een dubbele moraal is ook pochen op de vrijheid, want die verwerf je door onderdrukking van de hongerlijders in de wereld". Ander werk van haar: Proeve in strategie (1933).,De groene jas (1949), Herinneringen van een mijnwerkersvrouw (1950; herdrukt als: Herinneringen aan Trude Benedic). Brood en rozen (1953). Het geschonden aangezicht (1955), Nieuwe proeve in strategie (1957), Notities (1973), Dagboekgedichten (1975), Gedichten 1930-1958 (1975), Gedichten 1958-1969 (1975), Vrijheid om te zijn (1976), Rondom de boshut vier seizoenen(1979), Brieven aan mijn zuster (1979).

< >