(Oisterwijk 1605-Mechelen 1674), schrijver: werd in 1625 jezuïet en was leraar, studeerde vervolgens godgeleerdheid te Leuven (1634-38). was een tijdje scheepskapelaan en werd toen volksprediker in Vlaanderen. Zijn levendige spreek- en verteltrant is terug te vinden in zijn werken, waarvan wel het bekendste is Ydelhcyt des werelts (1644). later vele malen herdrukt als Het masker van de werelt afgerukt, waarin hij de menselijke gebreken op de korrel nam.
Poirters was ook een verdienstelijk dichter. Verder werk o.m.: Den Alderheyligsten Naein (1647), Het pelgrimken van Kevelaer (1655). Het duyfken in de steenrotse ( 1657). Het heylich herte (1659). Den Spieghel van Philagie (1673) en Heylich hof van den keyser Theodosius (1696).