gevreesde ziekte in Europa vanaf 1348 tot in de 19de eeuw, toen Yersin de pestbacil ontdekte. De pest werd door besmette goederen en zeelieden naar deze streken overgebracht; kwam voor als builen- of bubonenpest, de longpest en de bloedpest, welke laatste twee zeker dodelijk waren.
Vooral in de 17de eeuw zijn er veel mensen in Brabant aan de pest bezweken. Alleen al in Tilburg stierven er in de jaren 1624 en 1625 achthonderd mensen aan de zwarte dood. Gemeld werd dat er meer dan 2200 mensen in totaal in die jaren aan de pest bezweken waren. Een nieuwe pestepidemie brak uit tussen 1663-69, telkens met honderden doden als gevolg.Op enkele plaatsen werden pestkapelletjes opgericht, zoals in Westelbeers bij de Beerse Bak, een kapel van oorsprong uit 1637, volgens belofte opgericht om van de zwarte dood bespaard te blijven. De huidige kapel stamt uit 1870, het torentje uit 1937.
In Velp bevindt zich een pesthuis met kapel achter het capucijnenklooster, waar de paters, die met de zorg voor de pestlijders belast waren, afgezonderd leefden.
In Alphen bevindt zich nog een pestkerkhof uit de 17de eeuw, vermoedelijk het enige pestkerkhof van Nederland; hier is ook een gedenkteken opgericht voor twee pastoors, die door de pest besmet werden.
In enkele plaatsen in Brabant had men pesthuizen of pestziekenhuizen gesticht, zoals in ’s-Hertogenbosch aan de Triniteitstraat-hoek Cavaleriestraat, waar een gedenksteen nog herinnert aan dat gebouw, en in Geertruidenberg, waar in de oudheidkamer nog aardewerk uit het oud-pesthuis wordt bewaard.
Pestepidemieën in Brabant kwamen voor in 1521, 1531, 1557, 1581, 1615, 1635-36, 1664-1669, 1673 en 1683.
Bron: Brabant anders dan gewoon; Nieuwsblad, 25-10-85.