(Torhout 1727-Parijs 1810), vooraanstaand geestelijke van Brugge en Gent. benoemd bisschop van s-Hertogenbosch. Het bisdom Den Bosch was na de dood van de laatste bisschop in 1647 onder toezicht gekomen van de Propaganda Fide te Rome.
Na inlijving van het zuidelijk deel van het koninkrijk Holland op 16 maart 1810 besliste Napoleon tot herstel van de Bossche bisschopszetel. Deze beslissing was in strijd met de letter van het concordaat, daar de nieuwe omschrijving van bisdommen aan de H. Stoel was voorbehouden. Bij een bezoek van Napoleon met zijn vrouw Marie Louise aan de Nederlanden ontmoette hij priester De Pauw, kwam onder de indruk van zijn persoonlijkheid en ontbood hem naar Parijs. Daar zou hij de eed van trouw aan de keizer afleggen en zijn benoeming als bisschop aanvaarden, na aanvankelijk bedenkingen zijnerzijds in verband met zijn hoge leeftijd (83). Eenmaal in Parijs overleed hij echter en werd op Montmartre begraven. In zijn plaats werd op 22 okt. 1810 Mathias Franciscus van de Camp benoemd.Bron: Nationaal Biografisch Woordenboek.