(Antwerpen 1645-Breda 1706). geestelijke, auteur; in 1674 werd hij pastoor van het Begijnhof te Breda. Hij schreef een aantal vrome werkjes, deels in dichtvorm (goed in het gehoor liggende versjes).
In 1947 verscheen een studie over hem door Anton van Duinkerken. Werk: Jezus gekruyst en gestorven, Vijf meditatiën op de vijf glorieuse wonderen van den gekruysten Jesus (1693), Christelycke Beweegredenen tot een salige vreese om af te weizen alle sorgeloosheidt der Siele.