(Tilburg 1922), studeerde MO Nederlands aan de Kath. Leergangen, deed in 1955 doctoraal examen psychologie aan de Kath.
Universiteit van Nijmegen, promoveerde in 1966 tot doctor in de psychologie; was leraar Nederlands in Oostburg, Helmond en Eindhoven van 194447; daarna leraar en adj.-directeur HBS Nijmegen, van 1963-70 docent psychologie en didactiek aan de R.K. Leergangen Tilburg en vanaf 1965 lector pedagogiek R.K. Universiteit Nijmegen. Knoers werd in 1970 hoogleraar pedagogiek, algemene didactiek en puberteitspsychologie in Nijmegen. Werk: De verveling in de puberteit (1966, diss), Algemene onderwijskunde voor het V.O. (1968), De Opleiding van leraren voor de school van morgen (1971), Leren en ontwikkeling (1975), Ontwikkelingspsychologie (1975 samen met prof. Mönks) en vele artikelen in vaktijdschriften.