Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

KIN, DE

betekenis & definitie

(Veghel 1921-’s-Hertogenbosch 1944), bijnaam voor een agent van de hulp- of staatspolitie te ’s-Hertogenbosch die de taak had jongemannen op te sporen, die zich onttrokken aan de tewerkstelling in Duitsland. Hij had een opvallend vooruitstekende kin, vandaar z’n bijnaam.

De Duitsers bevorderden hem al spoedig tot wachtmeester. Hij werkte aanvankelijk vanuit Veghel, maar trok in begin 1944 naar Den Bosch, waar hij bij voorkeur ’s nachts werkte. Hij was gevreesd in de gehele omgeving. Omdat hij nogal wat onderduikers had opgepikt, besloot het verzet hem te liquideren. Op 8 augustus 1944 werd hij in de Kerkstraat in Den Bosch op klaarlichte dag doodgeschoten. Prompt daarop werd de binnenstad door de Duitsers afgezet.

Uit vergelding werden de café’s eerder gesloten, de avondklok vervroegd en de bioscopen gesloten. Als represaille zouden de Duitsers ook burgers hebben doodgeschoten, onder wie pater Koopmans. Een verband met de aanslag is echter niet te achterhalen. De Kin was doodgeschoten door een verzetsman die onder de naam Lei werkte. Zijn werkelijke naam was Pieter Merlijn. Na zijn executie werd in Den Bosch en omgeving een liedje zeer populair, op de wijs gezongen van Piet Hein: ,,Heb je ’t niet gehoord d at De Kin is vermoord in den Bosch, in ’t Kerkestraatje.Daar lag de halve gek met de tong uit z’n bek, in z’n kin een heel klein gaatje.

De Kin, De Kin geen leven is er in;

zijn daden waren moord, hij is gestorven zoals ’t behoort.” Bron: Gedenkboek LO-LKP; J. v. Uffelen in Brab. Dagbl., okt. ’84.

< >