(Zeeland, 1917), Jezuïet, studeerde aan het Pauluscollege in Sterksel, trad in 1934 in bij de Jezuïeten; werd na zijn studie in Grave leraar aan het O.L. Vrouwecollege en assistent van de Ruusbroecstichting in Antwerpen; studeerde in Nijmegen filosofie; werd in 1945 priester gewijd; werd docent in Amsterdam, van 195975 werkzaam als retraitepater, van 1960-72 studenten-moderator en tot 1982 tevens studenten-pastor.
Hij stond bekend als „eenzame trooster” en bouwde als zodanig een ,,nieuw pastoraat” op. Hij werd benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bij zijn afscheid werden hem „Brieven aan pater Van Kilsdonk” aangeboden.