ridderorde uit de Middeleeuwen, ontstaan rond een hospitaal tijdens de kruistochten, omstreeks 1048 in Jeruzalem. De leden werden ook Hospitaalridders genoemd en toen zij in 1310 hun hoofdzetel op het eiland Rhodos vestigden, sprak men van Rhodezer ridders.
In 1523 moest Rhodos door de Johannieters ontruimd worden. Zij kregen toen het eiland Malta toegewezen. Vandaar de naam Malthezer ridders. Napoleon verdreef de orde in 1798 van Malta. Hoofdzetel werd toen Sint-Petersburg, in 1834 gevolgd door Rome.De Johannieters hadden ook bezittingen in Noord-Brabant, o.a. te Alphen, waar ze in 1312 een commanderij inrichtten met kapel en tienden onder Alphen, Oosterhout, Dongen c.a. Deze kapel werd omstreeks 1840 afgebroken. De goederen van de commanderij kwamen in het begin van de 18e eeuw, als bezit van het Huis van Nassau, aan de prins van Oranje. Er ontstond hierover een geschil met ridder Fourneuse, commandeur van de Brake, onder Alphen, in naam van de Orde van Malta. De kwestie werd bij verdrag geregeld in die zin, dat de Oranjes jaarlijks een bedrag aan rente aan de orde dienden te betalen.
De Johannieters hebben ook het slotje De Blauwe Camer onder Oosterhout in hun bezit gehad. Het slotje was omstreeks 1420 verkocht aan de Commanderij van de Johannieterridders, die ook het patronaatsrecht hadden van de kerk in Oosterhout, waar zij de schepenbank met lage jurisdictie bezaten totdat deze in 1473 werd opgeheven. De Johannieters hebben de toren van De Blauwe Camer gebouwd. Tussen 1494 en 1498 werd het slotje door de balier van de orde, Jacobus Calioth, verkocht aan de Oosterhouter Adriaen Jacob Heymans.
Bron: Anton van Oirschot, Middeleeuwse kastelen van N. Brabant, 1981.