(Rotterdam 1897-Aalst-Waalre 1984), was voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond; Hopster was van 1952-1964 directeur van de Rijks HBS te ’s-Hertogenbosch. Als bondsvoorzitter volgde hij in 1953 Karel Lotsy op.
In 1954 kreeg Hopster te maken met de invoering van het betaald voetbal in Nederland. Kort daarna trad hij af als voorzitter. Hij bleef wel bestuurslid van de KNVB, vooral omdat hij zich wilde blijven inzetten voor het amateurvoetbal. In 1940 was Hopster nauw betrokken bij de fusie van de R.K. Voetbalbond met de KNVB Hopster was erelid van de KNVB, ridder in de orde van Oranje Nassau, erelid van de Antilliaanse Voetbalbond en lid van de ereraad van de NKS.