Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HOOFF, JOHANNES FRANCISCUS RUDOLPHUS VAN

betekenis & definitie

(Eindhoven 1755-Utrecht 1816), patriottisch politicus, studeerde aan de Handelse Kluis bij Boekel en rechten in Nancy; trok naar Eindhoven, waar hij burgemeester werd. Daar richtte hij de zogenaamde Vaderlandsche Sociëteit Concordia op, die de politiek der patriotten voorstond.

Toen Pruisische troepen er op uit gestuurd werden om hem gevangen te nemen liep de burgerij te hoop om hem te beschermen. Hij werd echter toch gearresteerd en eerst naar Den Bosch, vervolgens naar Den Haag gebracht. Toen hij later weer vrij werd gelaten, ontving men hem in Eindhoven met veel feestvreugde. Toen hij in 1788 met zijn volgelingen oprukte, werd hij opnieuw gevangen genomen. Van Hooff wist echter eerst naar Arendonk en vervolgens naar Brussel te vluchten. Hij week tijdens de Zuid-Brabantse opstand uit naar Frankrijk, waar hij zich verbond met De Koek, Daendels, Schilge, Gelderman en Montpigeale.Als Bataafsch Comité kwamen zij samen in Parijs, trokken naar Antwerpen en vielen Nederland binnen, veroverden Breda, maar moesten die stad spoedig weer verlaten. Van Hooff vestigde zich in Eindhoven en de omliggende dorpen. De patriotten bleven actief als comité van Waakzaamheid.

In 1795 kwam het tot een comité der Provisionele Representatie van het volk Bataafs Brabant; vertegenwoordigers kwamen op 6 juni 1795 in Tilburg voor het eerst bijeen, later opnieuw in juli 1795 en 16 februari 1796. Vastgesteld werd dat de generaliteitslanden niet langer als wingewest behandeld mochten worden. Van Hooff was daar echter niet bij, omdat hij vogelvrij was verklaard. Hij was naar Parijs getrokken, daar gevangen genomen en door een toeval aan de dood ontsnapt. Toen hij eindelijk terug was, werd hij met Willem Hubert van den Bosch en Hendrik Verhees van Boxtel in 1796 naar de Generale Staten afgevaardigd. Op 1 maart 1796 werd Van Hooff representant voor Leende in de Nationale Vergadering.

Hij was unitarist. Hij werd met andere representanten opnieuw gevangen genomen, maar door contra-revolutionairen gered. Opnieuw werd hij afgevaardigde en een der vijf leden van het Nationaal Bewind, die de zaken leidden. Onder koning Lodewijk-Napoleon was van Hooff minister van Justitie en Politie, wat hij tot 1807 bleef; toen trok hij zich om gezondheidsredenen terug. Hij werd benoemd tot commandeur in de Orde der Unie.

Bron: prof. dr. Th. Goossens, Jan van Hooff een Brabants patriot, Taxandria 1899.

< >