of d’n herd; oorspronkelijk vrij open vuur in het midden van het vertrek; later overgebracht naar een der wanden onder de schoorsteen, met een ijzeren plaat tegen de muur. De haard of schouw was dikwijls versierd met tegeltjes.
In de schoorsteen werden worsten en hammen gerookt. Dikwijls was daar ook nog een speciaal kastje voor aangebracht. De schouw was versierd met een schoorsteenkleedje, een strook van Brabants bont. Op de mantel werden tinnen borden en aardewerkschotels geplaatst.