(Breda 1898-Amsterdam 1962); werd toneelspeler-regisseur; stud. aan de toneelschool Amsterdam en in Dusseldorf, Berlijn en Parijs; regisseerde jeugdige acteurs voor schoolvoorstellingen; werkte bij verschillende gezelschappen; medeleider in 1929 bij het Groot Volkstoneel; 1932 bij De Jonge Spelers; zat gedurende de oorlog in het kunstenaarsverzet; ging in 1946 bij het Nederlands Volkstoneel, waarvan hij met Fred Sterneberg de leiding op zich nam. Groeneveld publiceerde o.m.
Een Volkstoneel in Nederland (1946); Gesprekken over toneel (m.a.); Lekenspelleider: Het Lekespel (1933); De Waarde van het Lekespel (1948), De Nieuwe Planeet (1954); Spreken en zeggen (1955); hij vestigde zich in Amsterdam.Bron: Wie is dat, 1956.