('s-Hertogenbosch 1885-Nijmegen 1932), staatsrechtgeleerde, promoveerde in 1907 in de rechten en in 1911 in de staatswetenschappen aan de universiteit te Amsterdam; werd in 1909 adj. commies bij de provincie Gelderland, in 1910 commies-redacteur secretarie gemeente Nijmegen, waarvan hij in 1915 gemeente-secretaris werd. In 1913 was hij reeds benoemd tot hoogleraar aan de r.k.
Universiteit van Nijmegen.Pub/.: Verspreide Opstellen (1934), Inrichting van Bestuur (1932).
Bron: Gr. W. P„ 1969.