kerktype, dat voorkwam in de generaliteitsperiode, ongeveer van 1648 en 1670. De kerken werden de katholieken ontnomen en het openbaar belijden van de r.k. godsdienst was verboden.
De grenskapellen, ook wel heikerken genoemd, werden bedehuizen, die opgericht werden buiten het gebied, dat onder de Staten-Generaal was komen te vallen en waar men dus buiten de plakkaten viel. Buiten het gebied van de Staten kon men ongehinderd de diensten in het openbaar houden. In totaal werden er ruim vijftig opgericht voor de inwoners van de generaliteitslanden, die bediend werden door seculieren in samenwerking met Franciscanen, Witheren, Dominicanen, Capucijnen, Kruisheren en Oratorianen, ook door Wilhelmieten, Duitse Orde-leden en Jezuïeten. In enkele gevallen werd bij de grenskapel ook school gehouden. Scholen zijn vermeld bij de grenskapellen van Ertbrant. Sprundel, Ulicoten, Baerle, Tilburg, Hooge Mierde, Deurne, Erp, Veghel en Schijndel.Langs de zuidgrens van Staats-Brabant bevonden zich de volgende grenskapellen: Santvliet (voor de katholieken van Ossendrecht); Ertbrant (voor Putte); Huijbergen; Esschen (Nispen); Steenpaal (Roosendaal); Brandenstraatje (Sprundel); Tyenberg (Zundert); Goorkerk (Groot-Zundert); St. Luciakapel te Meersel (Rijsbergen, Ginneken, Ulvenhout); Strijbeek (Ginneken); Elsacker (Chaam); De Bollekens (Ulicoten); Baarle-Hertog (Alphen-Chaam. Gilze-Rijen, Dongen en Oosterhout); St. Jansgool, Nieuwkerck; Steenvoort (Goirle, Tilburg); Roovert (Hilvarenbeek); Paalven (Hooge Mierde); Lange Schelpen (Reusel); De Roest (Bladel); Amprijt (2 x ) (Eersel, Bergeijk); Weerderhuys en Achelse Kluis (Valkenswaard e.o.); Hamont (Budel); De Grashut (Heeze, Leende, Geldrop, Tongelre, Nuenen, Maarheeze en Sterksel); Kievitsen (Someren en Lierop); Bolderdijck (Heeze, Leende, Geldrop; ook Mierle. Deurne, Maarheeze e.o.).
Er waren verder grenskapellen in de vrije gebieden, zoals Grotenberg op weg naar Venray; Crayenhut (voor Deurne en Bakel); Duifhuis te Uden (Veghel); De Aa te Boekel (voor Erp); Esdonk; De Mutshoek, beide onder Gemert; Hansenberg (Overloon); Luciakapel te Smakt (Vierlingsbeek, Holthees); Oeffelt (Cuijk en Haps); Mook (Groot Linden); Velp (Grave); St.-Annakapel te Koolwijk (Oss en Berghem); Schaijk (Geffen en Nuland); Bedaf, Uden (Heeswijk en Dinther); Teeffelen (Maren, Kessel, Oijen); Bokhoven (’s-Hertogenbosch e.o.). Vanaf 1670 tot aan de Franse tijd, toen kerken aan de katholieken werden teruggegeven, konden de katholieken gebruik maken van schuurkerken op eigen grondgebied; deze moesten van buiten het aanzien van een schuur of stal hebben. Het uitoefenen van de godsdienst werd daar, tegen betaling, oogluikend toegestaan. Bron: Dom. de Jong, Grenskapellen, 1963.