(Amsterdam 1893), ingenieur en bedrijfseconoom, was van 1926-1949 hoogleraar in de bedrijfseconomie aan de economische hogeschool te Rotterdam en van 1936-1949 aan de technische hogeschool te Delft, bovendien van 1928-1938 verbonden aan Philips gloeilampenfabrieken te Eindhoven, was van 1938-1941 en van 1944-1945 president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen; was van 1949-1963 hoogleraar in Pretoria, Zuid-Afrika. Schreef o.a. socialisme zonder dogma’s (1933).
Waardevast geld (1934 en 1937), Vriend en Vijand, herinneringen aan de NS 1938-48 (1961).