Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

GOGH, VINCENT VAN

betekenis & definitie

(Zundert 1853-Auvers-sur-Oise 1890), schilder en tekenaar; zoon van ds. Theodorus van Gogh, die in 1849 in Groot-Zundert beroepen werd.

Vincent werd genoemd naar het eerste zoontje van ds. Van Gogh, dat in 1852 was geboren maar nog in hetzelfde jaar overleed.In 1864 ging Vincent van Gogh naar kostschool in Zevenbergen, later studeerde hij in Tilburg, waar hij op kamers zat. In 1869 vertrok hij naar ’s-Gravenhage, waar hij als leerling in een kunsthandel ging werken. Van hieruit werd hij naar Londen en naar Parijs gestuurd. Enkele jaren later ging zijn belangstelling echter vooral uit naar theologie. Van Gogh werkte enige tijd als hulpprediker in Engeland. Inmiddels was de familie in 1871 verhuisd naar Helvoirt waar zijn vader beroepen was.

Toen Vincent in 1876 naar Nederland terugkeerde om theologie te gaan studeren was de familie reeds naar Etten verhuisd. Vincent van Gogh gaf uiteindelijk de studie op en ging praktisch werken in de Borinage onder de armste mijnwerkers. In 1880 werd hij echter ontslagen, omdat hij zich te fanatiek zou hebben opgesteld. Hij ging zich toen geheel toeleggen op de tekenkunst. In 1881 verbleef hij vooral op de pastorie in Etten. Kort voordat in 1882 de familie opnieuw verhuisde, nu naar Nuenen, vertrok Vincent, wiens beroep toen in de burgerlijke stand als kunstschilder wordt vermeld, naar ’s-Gravenhage, waar hij bij zijn neef Mauve studeerde en waar hij samenwoonde met Sien, die vele malen model heeft gestaan voor Vincents tekeningen.

Daarna trok hij naar Drenthe om in hetzelfde jaar, 1883, naar zijn ouders in Nuenen terug te keren. Hier werkte hij twee jaar, met als atelier het mangelkamertje in de pastorie, later in een schuur aan de pastorie en tenslotte in twee kamers bij de koster van de r.k. kerk in Nuenen.

De Nuenense periode wordt als de belangrijkste van zijn Nederlandse tijd beschouwd. Vincent correspondeerde zeer intens met zijn broer Theo, die kunsthandelaar was in Parijs. In deze tijd kwam een van zijn bekendste schilderijen, de aardappeleters, tot stand. Van Gogh vertrok in 1885 naar Antwerpen en het jaar daarop naar Parijs, waar hij kennis maakte met het werk van de impressionisten, onder wie Gauguin. Hoewel hij in Parijs successen boekte, trok Vincent van Gogh toch verder om in Arles nieuwe inspiratie te vinden. Zijn tijd in Arles wordt als de belangrijkste van zijn kunstenaarsleven beschouwd.

Hij verbleef er tot mei 1889. Samen met Gauguin wilde hij er een kunstenaarscentrum stichten, maar dat plan werd niet uitgevoerd, ondanks het feit, dat beide kunstenaars enige tijd hebben samengewerkt. Het kwam tot een breuk. Van Gogh moest worden opgenomen in het ziekenhuis; hij zocht uiteindelijk zijn toevlucht tot de inrichting van dr. Peyron in Saint-Rémy. Hij bleef echter schilderen, vooral landschappen en stillevens.

Na een korte tijd in Parijs te zijn geweest bracht Van Gogh de laatste maanden van zijn leven door in Auvers bij dr. Gachet. Ook hier was hij bijzonder produktief. In juli 1890 maakte hij met een schietwapen een einde aan zijn leven.

Er zijn ongeveer 850 schilderijen en een gelijk aantal tekeningen van hem bekend. Een belangrijke collectie, die ir. V.van Gogh erfde van zijn vader Theo, werd bijeen gebracht in het opgerichte rijksmuseum Vincent van Gogh. Er werd ook een Stichting Vincent van Gogh opgericht, die zich vanaf 1968 ging bezig houden met publikaties over werken van Vincent van Gogh.

In 1984 werd in Nuenen in het park een standbeeld van Vincent van Gogh onthuld door de commissaris van de koningin in Noord-Brabant, mr. A. van Agt. Het beeld is een schepping van de beeldhouwer Klaas van Rosmalen uit ’s-Hertogenbosch.

De gemeente Nuenen heeft hem posthuum in 1984 tot ereburger benoemd.

Bron: Vincent in Brabant, 1926; Van Goghpublikaties, v.a. 1968.

< >