(Vught 1765-Overveen 1821), staatsman, vestigde zich in 1791 te Amsterdam als koopman en financier. Gogel was een van de voorbereiders van de Bataafse Omwenteling.
Daarvoor reisde hij in 1794 naar het zuiden om de hulp van Pichegru in te roepen. Hij bereidde mede de staatsgreep van 22 jan. 1798 voor, maar nam opnieuw de leiding bij de staatsgreep van 12 juli 1798. In 1805 werd hij secretaris van Staat voor Financiën in de regering-Schimmelpenninck. Hij werd later minister van Financiën, wat hij bleef tot mei 1809. In 1810, na het aftreden van koning Lodewijk-Napoleon, werd Gogel intendant-generaal van Financiën. In zijn ambtsperiode heeft hij een nieuw belastingstelsel ingevoerd, hoofdzakelijk gebaseerd op directe belastingen. Na de val van Napoleon weigerde Gogel een functie in de regering van het koninkrijk.Bron: dr. L. Verberne, Gogel en de universiteit, 1948.