(Mierlo 1518-Deventer l587), bisschop van Haarlem. In 1534 trad Godefridus in bij de Orde der Dominicanen of Predikheren in 's-Hertogenbosch, waar hij na zijn wijding promoveerde tot prior van het klooster.
Vervolgens werd hij prior in Utrecht waar hij, na de graad van magister in de godgeleerdheid te hebben behaald, in 1553 tot diffinitor werd gekozen. In 1559 werd hij provinciaal van de Orde.In 1569 werd Godfried van Mierlo vicaris-generaal van het bisdom Haarlem, waarna Philips II hem bij paus Pius V voordroeg als bisschop. In 1572 werd hij in Antwerpen gewijd. In 1578 moest hij na een gewelddadige actie van calvinisten de stad verlaten en vluchtte naar Bonn, en vandaar naar Munster. Toen in 1578 Deventer zich aan het Spaanse gezag onderwierp, werd hij door de paus benoemd tot bisschop van die stad. Hij overleed enkele maanden na deze benoeming op 28 juli 1587. Onder zijn wapen staat geschreven: Een bisschop van een uitmuntende geleerdheid, van een bewonderenswaardige zachtheid en vriendelijkheid.