(’s-Hertogenbosch 1930), woonachtig te Vught; studeerde rechten aan Universiteit Nijmegen, volgde lessen vrij schilderen aan Academie Eindhoven; vestigde zich als vrij kunstenaar in Het Vaantje Haanwijk, Sint-Michielsgestel; werkte aanvankelijk in intimistische sfeer (Frans Babylon), later lyrisch-abstract; tentoonstellingen Gal.Sothmann Amsterdam, Brabantse Biënnales Van Abbemuseum Eindhoven; werken in div. openbare en particuliere collecties; monumentale werken in kerken van Elzendorp, Sint-Michielsgestel en Boxmeer; kreeg Willink van Collumprijs; in 1958 kon.subsidie voor Vrije Schilderkunst; gemeentelijke cultuurprijs Veghel; was in 1965 mede-initiatiefnemer van de Jeroen Boschtentoonstelling in 1967 in het Noordbrabants Museum ’s-Hertogenbosch; was als directeur van de Jeroen Boschstichting belast met opzet en uitvoering van deze expositie, waarvoor hij bruiklenen wist te verkrijgen uit vele musea in Amerika en Europa; verzorgde samen met Alfred Olderaan de uitgave van een wetenschappelijke Jeroen Boschkataloog.
Frenken publiceerde kunstkritieken in bladen van Brabant Pers en div. tijdschriften, voornamelijk over hedendaagse beeldende kunst; werd in 1973 benoemd tot directeur van de nieuwe Culturele Raad van Noord-Brabant.