Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

FRANCKENBERG, JOHANN HEINRICH FERDINAND GRAAF VON

betekenis & definitie

(Glogau, Silezië 1726-Breda 1804), aartsbisschop van het bisdom Mechelen, in 1759 door Maria Theresia aangesteld, werd in 1778 kardinaal. Als tegenstander van de seminarieplannen van Jozef II werd hij in 1797 in ballingschap weggevoerd naar Duitsland.

Na het concordaat van 1801 deed hij afstand van zijn aartsbisdom, vestigde zich in 1802 te Breda. In zijn hoge ouderdom diende hij nog aan 20.000 gelovigen het vormsel toe. Hij overleed in 1804 en werd door de apostolisch vicaris van Breda, Adr. van Dongen, begraven voor het hoogaltaar in de kerk te Rijsbergen. Daar bleef het stoffelijk overschot tot 1922; het werd toen overgebracht naar de grafkelder van de kardinalen in de St. Romboutskerk te Mechelen.

< >