(Huisseling, gemeente Ravenstein, 1924). Hij studeerde Nederlands aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen en was werkzaam als journalist.
Hij promoveerde in 1958 met een monografie over het dialect van Huisseling. Hij besteedde in zijn poëzie altijd veel aandacht aan zijn agrarische herkomst; zowel de sociale omstandigheden uit zijn jeugdjaren als de schoonheid van het landschap van vroeger zijn er vaak in terug te vinden.Publikaties, onder meer: „De Keerakker” (1951), „Woord en wereld van de boer” (1958), „Het haargetouw” (1961), „Tempel van Zeus” (1969), „Adriaan Roland Holst” (1971), „De muze op klompen” (1972).
Prijs: in 1970 ontving hij de literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek.