(’s-Hertogenbosch 1925), studeerde rechten Kath. Universiteit te Nijmegen; dissertatie over De rechtstoestanden van de Godshuizen te Den Bosch voor 1629, was chef afd.
Onderwijs- en Cultuurzaken van de gemeente ’s-Hertogenbosch; werd secretaris van het Stadsgewest ’s-Hertogenbosch, van 1965-1969 buitengewoon hoogleraar in de Nederlandse rechtsgeschiedenis aan de Kath.Hogeschool te Tilburg, in 1969 gewoon hoogleraar te Tilburg Ned.rechtsgesch. en alg.inleiding tot de rechtswetenschappen; publiceerde o.m. de Meierij van ’s-Hertogenbosch, een district in het hertogdom Brabant, opstellen over recht en rechtsgeschiedenis, aangeboden aan prof. mr. B.H. D. Hermesdorf, Deventer 1965; voorzitter werkgroep bestuursplan stadsgewest, vele artikelen over gewestvorming in div. tijdschriften, en Brabant heeft allang gekozen, 1980, opstellen over provinciewezen en gewestvorming (uitgeg. i.s.m. Brabant Eén).