ingesteld in 1798 als „Commissie van het Uitvoerend Bewind tot regeling der verschillen en tot liquidatie der Praetensiën door de Fransche Republiek op de Geestelijke, Paltzische en andere goederen binnen dit Gemenebest gemaakt wordende”. In 1800 kwam de „Commissie van administratie over alle de goederen en domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Republiek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan, residerende te Breda” ervoor in de plaats.
Het ging hierbij om regeling van het bezit van vooral in Noord-Brabant gelegen goederen, o.m. van Duitse vorsten, Maltezer Ridders, de Duitse Orde, Franse emigranten en van de bij Frankrijk ingelijfde departementen en van goederen van inmiddels opgeheven geestelijke instellingen, m.n. abdijen en kloosters. Frankrijk zag tegen een schadeloosstelling van 6 miljoen francs af van de op Bataafs gebied gelegen goederen. De laatste commissie bleef actief tot in 1811. Archief berust op het Rijksarchief in Noord-Brabant.Bron: R.A. Noord-Brabant: Inventarisatiereeks dl. 32.