(’s-Hertogenbosch 1916), studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen; vestigde zich als advocaat-procureur in ’s-Hertogenbosch, werd rechter aan de arrondissementsrechtbank in die stad. Bergé is voorzitter van de Stichting ’s-Hertogenbossche Monumentenzorg, lid Alg.Bestuur Bond Heemschut; voorz.Prov.
Cie Noordbrabant Bond Heemschut, vice-voorz. Stichting Federatie Noordbrabantse Monumenten Overleg, best.lid Ver.Landelijke Federatie Het Behouden Huis; plv.lid Alg.Bestuur Nat.Contactcommissie Monumentenbescherming; lid Raad van Commissarissen Ver. Hendrick de Keyser; lid Raad van Commissarissen Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch; voorz. Stichting P. M. Slager (museum te ’s-Hertogenbosch); voorz.
Regionale Omroep NO Brabant; bestuurslid Regionale Omroep Brabant; voorz. Stichting Oktober 1944 ’s-Hertogenbosch; secr.bestuur Stichting Museum Militaire Wielrijders te ’s-Hertogenbosch; best.lid Vereniging van Musea in Brabant, best.lid Ver.Sociëteit Casino te ’s-Hertogenbosch. Onderscheidingen: Nat.Comité Monumentenjaar 1975, insigne Orde en Vrede 1948; gouden Bamberger (cam.club) 1976; eretitel Postmeester van het districtspostkantoor ’s-Hertogenbosch 1981; Moeder Truus Poffer 1982.In 1984 werd Bergé benoemd tot vice-president van de rechtbank in Den Bosch, waarvan hij sinds 1976 rechter was. Daarvoor was hij kantonrechter-plaatsvervanger in Helmond en ’s-Hertogenbosch. Hij is vooral belast met de strafrechtspraak. M. Bergé was voorzitter van de verkeerskamer en economisch politierechter.