(onb.-’s-Hertogenbosch 1666), was ambtenaar in West-Brabant en ritmeester in het staatse leger, werd hoogschout van de Meierij van ’s-Hertogenbosch en tevens laagschout van de stad ’s-Hertogenbosch in 1620 toen er door de dood van Ph. van Brecht een vacature voor hoogschout ontstond. De Staten-Generaal hadden Willem van der Rijt als eigen hoogschout benoemd; deze is echter maar zeer kort in functie geweest.
Opvolger werd de oud-ritmeester De Bergaigne; was vanaf 1636 ook Kwartierschout van Kempenland; in 1657 werd hij in die functie opgevolgd door zijn zoon Hendrik, die eerst stadhouder voor stad en Meierij was geweest.Bron: Dr. V. Beermann: Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch, 1946.