(’s-Heerenberg 1728-Hohenzollern 1781), bekend als ,,de dolle graaf”; als minderjarige reeds met de heerlijkheid Boxmeer beleend. Hij trouwde in 1747 op portret met Maria Benonia, gravin van Lodron.
Toen hij haar zag viel zij hem zo tegen, dat hij met volle wapenrusting aan en met twee geladen pistolen in het echtelijk bed ging liggen. Zijn vrouw is zo spoedig mogelijk uit het kasteel vertrokken om er nooit meer terug te keren. Zij overleed in 1758 kinderloos in een klooster te Aken.De dolle graaf stond in Boxmeer bekend om zijn soms veel te ver gaande streken. Hij liet ook wel in alle herbergen het bier uit de vaten lopen om de kosten de volgende dag te vergoeden, maar hij stak ook eens in koelen bloede in de herberg De Zwaan een man neer: schoot een leidekker van het dak af, joeg een pater achterstevoren op een paard Boxmeer door, enz.enz. Om aan zijn streken een eind te maken werd hij in 1757 gevankelijk overgebracht naar eenklooster te Elten, waar hij vele jaren opgesloten zat; later werd hij naar Hohenzollern vervoerd, waar hij op 5 mei 1781 overleed.
Bron: Taxandria, 1899.