Superorde Peracarida Pissebedden/Aasgarnalen Orde Mysidacea Spleetpotigen Familie: Mysidae Aasgarnalen (Eucopia, Leptomysis, Mysis)
Kenmerkend voor de tot nu toe besproken kreeftachtigen, is de ontwikkeling via karakteristieke larvestadia. Bij de zoetwater bewonende tienpotige kreeften is het larvestadium sterk vereenvoudigd en ontwikkelen de jonge kreeftjes zich direct uit het ei. Deze directe ontwikkeling die bij alle tot nu toe besproken Decapoda slechts als uitzondering voorkwam, is voor de nu volgende kreeftachtigen karakteristiek. Een ander belangrijk kenmerk van deze, in de superorde Peracarida samengebrachte dieren, is de aanwezigheid van een soort broedbuidel aan de buikzijde van de wijfjes, welke door aanhangels aan de borstpoten gevormd worden.
De aasgarnalen bewegen zich voornamelijk zwemmend voort. Naast de soorten die in ondiep water leven, kennen we ook uitgesproken diepzee soorten, zoals o.a. de afgebeelde Eucopia. Leptomysis mediterranea is een bewoner van ondiep water en wordt in grote zwermen in de nabijheid van de kust waargenomen.