Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ZWAAGWESTEINDE

betekenis & definitie

(Fr.: De Westerein, het W. uiteinde van Kollumerzwaag). Typisch dorp van venters en arbeiders in het zuidoosten van Dantumadeel (1744 204, 1958 3723 inw.).

Eerst een klein agrarisch dorp. Op de afgeveende heide zette zich een ongeregelde bevolking, onder wie de afstammelingen van Salomon Levy. In de 19de eeuw vele kleine kramers en kooplieden. Hun handelseigenschappen legden de grondslag voor het thans zeer belangrijke bedrijf der N.V. Handelsonderneming v.h. R.

Baarsma met filialen in Frl., Groningen, Drente en N.-Holland. Er is een regenkleding-, confectie- en rietmeubelindustrie. Velen werken in de industrieën in Lwd. Ned. herv., doopsgez., gerei, chr. geref. kerk. Chr. kleuterschool, chr. volksonderwijs-school, twee openb. lagere scholen, gymnastiekgebouw met badhuis en sportvelden. Telde Z. eenmaal 36 kroegen, mede door het werk van meester K.

Sikkema is het dorp nu ‘droog’. Nog altijd heeft de bevolking een eigen karakter. In W.O. II heette Z.: ‘het onbezet gebied’.

Zie: Hepkema Memories, 368; Eigen Haard (1907), 452; Leeuw. Cour. (3.8.1951; 31.5.1958); K. Sikkema Sr. en Jr., Z., het ventersdorp op de Fr. heide (1954).

< >