Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WIERDSMA, Petrus

betekenis & definitie

jurist (Lwd. ged. n.9.172931.12.1811). Procureur-postulant bij het stedelijk nedergerecht te Lwd.

(1749), toegelaten als notarius publicus (1751), auditeur militair bij de krijgsraad (1775).

Ontving opdracht van de Staten-Generaal tot samenstelling van een militair strafwetboek (1795), tot medewerking aan een burgerlijk en strafwetboek voor de Bataafse republiek (1798). Secretaris van het departementaal bestuur (1802), assessor van de landdrost van Frl. (1807).

Als rechtsgeleerde verwierf hij blijvende verdiensten door de uitgave (met P.

Brantsma) van de Oude Fr. Wetten, 2 stukken (1782-88).

Zie: N.B.W. iii, 1421-1422;

Repert., 286; Estr. xvin; Ts. v. Rechtsgesch. xxv (1957), 211-273.

< >