(W.e.T.). In 1795 zegevierde het democratisch beginsel der ‘gelijkheid’.
Vandaar dat geen W.e.T. meer geduld konden worden. Na de vernieling van de grafruimte der Nassaus protesteerde W.
B. v. d. Kooi.
Iedere eigenaar werd toen in de gelegenheid gesteld zijn eigendommen (bijv. in de kerken) weg te nemen. Velen hebben dat gedaan.
Alleen waar de adel gevlucht was en/of zich schuilhield of waar de tegenstellingen groot waren is tot vernieling overgegaan. Vooral van de zware grafstenen werden de titels weggehakt.
Voor 1795 betekende een titel te veel. De vernielingen zijn de prijs der stille revolutie.
Het verdwijnen van de staatskerk en de vernielingen moeten met elkaar in verband gezien worden, zie Rouwborden.