Over de Fr. V. en de vraag of deze een eigen karakter draagt, en zo ja welk, is nog geen bevredigende studie verschenen.
Men lette op: namen: naamgeving (Stad Niks, De léste stûr), volksetymologie (A-krom!, Alde hou!), dorpsscheldnamen, spotnamen, scheldversjes; opschriften: grafschriften, uithangborden, herbergnamen; verhalen: Dokkumers, overleveringen (domme reuzen, onnozele duivel), plaatselijke en algemene anekdotes (hannekemaaiers, gevatte dominees); taalgrapjes. woordspelingen, spreekwoorden, raadsels, sjibbolets, tongbrekkerssechjes; grappen met denkbeeldig gereedschap, nieuwjaarsslepen.