Relatieve stijging van de zee ten opzichte van het land, zich uitend in landwaartse verschuiving der kustlijn.
In het Pleistoceen traden ook in Frl. T.s op in de interglaciale tijden, toen door afsmelting van de grote landijskappen veel water naar de oceanen terugvloeide. Evenzo is het Holoceen door een duidelijke T. gekenmerkt, gevolg van het afsmelten van het landijs na de laatste ijstijd. De afzetting van klei op het veen in de Lage Midden is o.a. een gevolg van T. zie Bodemdaling.