Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

TIETJERK

betekenis & definitie

(Fr.: Tietsjerk; wrsch. kerk van Thiad, persoonsnaam),

a. dorp in Tietjerksteradeel (796 inw.). Van de uitgebreide laagveenderij veel veenpiassen overgebleven, ten dele weer ingepolderd. Talrijke eendenkooien. Vrijwel uitsluitend veeteelt. Door aanleg van de Zwarteweg van 1521-1830 eerste pleisterplaats voor het wegverkeer Lwd.Groningen via de Zomerweg.

Zie: Hepkema Memories, 93; Reg. Leeuw. Cour., 58. b. boezemwaterschap van 1120 ha. Opgericht 1924. De totstandkoming van het waterschap, gelegen rondom de Kleine Wielen en het dorp T., bracht enorme verbetering voor deze tevoren meest onbedijkte gronden. Na de gereedkoming van het plan voor de Kleine Geest zal de taak van T. kunnen worden overgenomen door het waterschap de Kleine Geest. Voor het wapen -> Boezemwaterschap.

< >