Ook: doorgaande verkaveling. Veldindeling, waarbij de landen van elke hoeve in principe liggen aan één langgerekte, rechthoekige kavel, waarin zich ook het huis bevindt.
De uitgang van de doorgaande plaatsen ligt haaks op de rug waarop het streekdorp gevormd is, zodat elke boer van alle verschillende grondaardstroken zijn deel al vroeg in eigendom kon krijgen. Niettemin bleef de brede strook heide en veen (aan het eind van de uitgang of tussen de bouw- en de hooilanden) vaak lang als meenschar liggen, zie Perceelsvormen.
