Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SCHURER, Fedde

betekenis & definitie

dichter (Drachten 25.7.1898-). Onderwijzer bijz. school Lemmer, in 1930 als pacifist ontslagen, tot 1946 bij openb. onderwijs te Amsterdam; lid Prov.

Staten van N.-Holland voor de C.D.U. Sedert 1946 hoofdredacteur ‘Heerenveense (later Fr.) Koerier’ te Heerenveen.

Actief nationalist in het Kristlik Fr.Selskip. Redacteur ‘Frisia’ (1927-35), ‘Yn ús eigen Tael’ (1925-36), ‘DeRattelwacht’ (illegaal, 1944), ‘Tsj.’ (sedert 1946). Regeringsprijs verzetsliteratuur (1945), Gysbert Japicxprijs voor Simson (1949). Gaf in 1951 door krantenartikel aanleiding tot ‘Kneppelfreed’. Lid Tweede Kamer voor de P.v.d.A. (1956).

Een. der belangrijkste Fr. dichters, aanvankelijk onder invloed van de Jongfriezen, later moderner en soberder van toon; virtuoos, veelzijdig, soms retorisch lyricus, die ook het gelegenheidsgedicht, de strijdzang, de satire beoefende en wiens poëzie een sterk religieus karakter vertoont (psalmen- en gezangenvertaling, ook in het Nederlands); daarnaast slagvaardig polemist; kritische en novellistische bijdragen.

Wrk.: Lyriek: Fersen (1925, 21934); Útflecht (1930, 21936); H. Heine, oersettingen üt syn dichtwirk (1931); Lof fen alle tiden (1934, vertaling religieuze poëzie); Twiljocht (1935); Op alle winen (1936); Bikende psalmen en gesangen (1936); Fent wa wâllen (1940); Psalmen yn ’e nacht (clandestien onder pseud. Arend v. d. Meer, 1943); It boek fan de psalmen (1947); Vox humana (1949); Fingerprinten (1955); Fr. psalm- en gesangenboek (1955)Bloemlezingen: Fiif en tweintich Fr. dichters (1942); Kleine keur uit Fr. dichters (1950, met D. A. Tamminga en A.

Wadman). Dramatiek: It boadskip (lekespel, 1936); Simson (bijbels drama, 1945, Ned. vertaling 1945); Bonifatius (hist. spel, 1954, met Ned. vertaling); voor volkstoneel o. a.Thüsreize (1938) en enkele eenakters.

Zie: Kalma, Fr. Skrift. 1, 58; 11, 280-294, 322; Frisia (1931), 59 e.v.; Y. R. Boonstra, Waeksen ark (1945), 52-84; I. H. (1948), 15-16; Middeijefte (1948); Schurernummer Tsj. (juli 1948); In materna lingua(1949); A.Wadman, Frl.s dichters (Leiden 1949), 38-40, 350;

Tsj. (1947), 327-330; (1948), 26-28; (1949), 367-369; (1955), 73-79; (1956), 355-358; Repert., 272; Piebenga (1957), 249-252. SCHURMAN, Abraham Frederik van, jurist (Huizum 26.4.1730-Heerenveen 4.4.1783). Vermaakte behalve een legaat van ƒ 30000 zijn bibliotheek en verschillende herinneringen aan Anna Maria v. S. aan de hogeschool te Franeker. Nu in 'Coopmanshús’.

Zie: v. d. Aa xvii, 555.

< >