Tweetalige lagere scholen, waar met de drie technieken (lezen, schrijven, rekenen) wordt begonnen in de taal van het kind, in het Fries. In het eind van de tweede klas komt het Nederlands aan de orde, eerst als vak, dan als voertaal.
Een Fr. school heeft dus alleen zin in een Friessprekend gebied, of in de stad voor een Fries-sprekende schoolbevolking.ONTSTAAN. Bij een onderzoek in 1950 naar de taalprestaties van 12-14-jarigen bleken deze in Frl. ver beneden het landelijk gemiddelde te zijn. De onderzoeker P. Post weet dit aan het negeren der tweetaligheid door de school. Uit de Rijksinspectie L.O., het Nutsseminarie te Amsterdam en de Prov. Onderwijsraad is toen een Commissie van drie (R.
J. Sipkens, rijksinspecteur, P. Post van het Nutsseminarie en A. L. J. Wytzes van de Onderwijsraad) zeer actief geweest.
Het personeel van tien proefscholen (gekozen in Bouwhoek, Greidhoek en Wouden; openbare en bijzondere; grote en kleine; met al dan niet begaafde of voor de Fr. beweging geporteerde leerkrachten) heeft o.l.v. de Commissie van drie de problemen van de theoretische en praktische kant bestudeerd. Zo is men tot een goede methode en tot bruikbare leermiddelen gekomen. Nadat P. Post uit de commissie was gegaan en A. L. J.
Wytzes was overleden en opgevolgd door S. E. Wendelaar Bonga, is thans H. Nieuwenhuis van het pedagogisch instituut der Groningse Univ. de derde in de commissie die toezicht op de F.S. uitoefent. De resultaten der proefscholen waren nl. bemoedigend: schriftelijke en mondelinge beheersing van het Fries werd beter; ook het actieve gebruik van het Nederlands (zie Nederlands op de Friese scholen). Belangrijker nog is dat men unaniem de nieuwe methode stimulerend achtte voor de ontwikkeling: het kind geeft zich meer, de sfeer in de klas is vertrouwelijker.
De staat heeft deze resultaten erkend: De Wet-Cals biedt alle gemeente- en schoolbesturen de kans hun school om te zetten in een Fr. school, van dezelfde opzet dus als de proefscholen waren. De prov. helpt met een Prov. adviescommissie gebruik Fr. taal bij het onderwijs (voorzitter de hoofdinspecteur L.O. in de derde hoofdinspectie, leden o.m. alle inspecteurs in Frl.). Bij deze commissie (ten Provinciehuize, Lwd.) kan elk gemeente- of schoolbestuur advies inwinnen over evt. meedoen aan deze vorm van onderwijsvernieuwing, alle bijzondere omstandigheden in aanmerking genomen. Natuurlijk gaat dit ook de ouders aan, die moeten gaan inzien welk schooltype in een tweetalige situatie voor de ontwikkeling van hun kind het beste is. De vereniging ‘De Fr. Skoalle’ geeft verantwoorde voorlichting.
Zie: Med. Nutsseminarie nr. 42; P. Post, Bilinguïsme in Ned. (Groningen 1949); Rapport over het Fr. op de lagere school. Ver.van chr. onderwijzers (1954); Kr. Boelens en M. J. de Haan, Twatalich únderwiis foar de Fr. bern? (1956); De taal van het schoolkind in Frl. (1956).