Fr. kroniek in 1671 verzen, laatOudfr., uit de late M.E., overgeleverd in een door
S. A. Gabbema geschreven handschrift (Lwd., Fr. Gen.).
Het R. begint met het verhaal van Noach en de ark. Na zijn behouden landing ziet Noach in een visioen drie sterren (zijn zoons) elkaar bestrijden. Dit visioen noopt hem, Sem met kroon en witte vaan te begiftigen en naar Azië te zenden, Japhet met een rode vaan te stellen over Europa en de verdoemde Cham naar Afrika te sturen. Van Azië uit trekken de Friezen in tien schepen met vaan en kroon naar Hibemia; zeven schepen varen verder naar Eemsgo en landen daar. De Friezen vragen en krijgen een stadhouder van de heidense koning Redbad van Denemarken, vermoorden deze, maar worden later door diens zoon weer onderworpen in naam van Redbad. Deze neemt de kroon in beslag; de Friezen begraven echter de vaan.
Samen met Karel de Grote vechten de Friezen zich vrij; ze worden door Willibrord gekerstend. Deze stelt Magnus Forteman aan als hoofd van de Friezen en geeft hem de vaan. zie Alvinus, Friso, Magnus, Tractatus Alvini.
Zie: Thet Fr. Riim; Tractatus Alvini, ed. A. Campbell (1952); H. Bruch, Kroniek der Fr. kronieken (1952), 13-14.