De Fr. sagen vertellen, dat zij door het verliezen van zand of aarde hoogten deden ontstaan (Pópe-hichte Beetsterzwaag, Hege-wier Beetgum), vaarwaters groeven (Boom bij Akkrum, Linde, Wurge bij Stiens), met grote stenen gooiden (Gauw, de Werp bij Wirdum); zij zijn dom en zwijgzaam.
R.-sagen zijn vaak jong en duidelijk ontstaan in een poging tot naamsverklaring. Zo werd Akkrum ‘Ah, krom’, een klacht der R., toen hun vaart zoveel bochten vertoonde.