Verdwenen jongensspel. Een kort rond stokje ('keutel') werd op een, liefst eikehouten, bordje met handvat (‘R.-boerd’) gewipt, daarmee eerst even omhooggeworpen, krachtig weggeslagen en door een ander opgevangen en teruggeslagen.
Het spel heette rasketsje (ook: roskerje, roasterje, marotsboartsje, pinkerspel).Zie: W. Dijkstra, Uit Frl.s Volksleven 1 (1895), 226-227; S. M v. d. Galiën, Hwet wy as bem boarten (1938), 38.