(Fr.: Poppenwier, uit familienaam en wier). Terpdorp in Rauwerderhem in de ‘Legean’ (238 inw.).
Herv. en doopsgez. kerk. Veeteelt.
N. vanP. Engwird, in de late M.E. een klooster der ‘grauwe begijnen’.
Zie: Hepkema Memories, 229; Reg. Leeuw. Cour.,56; Repert., 206. Poppingawierster korfballen. Spel dat in P. schijnt te zijn ontstaan. Kan door jong en oud worden beoefend.
Gespeeld op een veld met 24 vakken van 4 bij 4 m, door twee twaalftallen. De korf is dicht. In de ‘Legean’ een geliefd spel.
Zie: Leeuw. Cour. (30.7.1957).