Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

PLOEG, Van der

betekenis & definitie

Franeker geslacht van grutters en pottenbakkers, dat ca. 1750 de namen v. d. P. en Wybrandi aannam.

Van de eerste familie waren negen leden mennistenleraar, waarvan zes in Frl. Zie: Ned.

Patr. xvn (1927), 282.—, Feike Hiddes van der, auteur (Franeker 20.3. 1736-Dokkum 29.6.1790). Doopsgez. voorganger te Hindeloopen en Dokkum, legt 1787 zijn ambt neer. P. was toen al jaren, met H. Groenia, als boekhandelaar en uitgever werkzaam. Men schrijft hem toneelstukjes toe, die gretig gelezen zijn: De Burkerij of It Boerebedrief (1774), De Tankbre Boere Zoon, naar het Duits (1778), Het Jonge Lieuws Boosk (1780) en De Reis fen Maicke Jackeles (1778). Vooral het laatste heeft kwaliteiten en is in de 19de eeuw nagevolgd (o.a. door T. H. Halbertsma).

Zie: Repert., 266; Piebenga (1957), 64.

< >