Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

PINKSTER

betekenis & definitie

Tot in deze eeuw kwam plaatselijk nog voor: het ophangen van P.-kronen, het rondgaan van de P.-bloem en op Schiermonnikoog (op de zaterdag voor P.) het eieren bekogelen. Er is niets van over.

Alleen de kallemooi op Schiermonnikoog handhaaft zich.Zie: S. J. v. d. Molen, Fr. kalenderfeesten (Den Haag 1941), 59-83. Pinksterbloem. Volksgebruik, in de 19de eeuw nog levend in Bolsward, Franeker, Maldrum, Harlingen, Molkwerum en op Terschelling. Op of om P. werden fraai uitgedoste meisjes of vreemd opgetooide jongens als P.-bloem langs de huizen geleid.

In Makkum was de P.-bloem een jongetje, door de fabrieksarbeiders op een ladder meegedragen, onder een versierd koepelvormig tempeltje. Bij de ommegang hoorden liedjes; die van Bolsward en Terschelling zijn overgeleverd. Dankzij publikatie door J. Kunst is het Schellingerliedje ‘Hier komt onze fiere P.-bloem’ in heel Nederland bekend. Op een schilderij uit 1817 van Nic. Baur te Harlingen is een groepje P.-gekken te zien.

Zee: Leeuw. Cour. (31.5.1952; 17.7.1957).

Pinksterkroon. In Hindeloopen door oude vrouwen vervaardigd samenstel van hoepels, versierd met Gaasterlands groen, waaraan slingers van gekleurd papier en aangeregen eierschalen met middenin enkele flesjes en meest een pop (‘dokke’).

Zo’n P.-kroon werd langs de huizen getoond en dan boven de straten gehangen. Men zong en danste met P. ‘om’e kroanen’, een hoogtijdag voor de Hindelopers. Terschelling kende op Oost de P.-kroon. Zie: Leeuw. Cour. (27.5.1950).

< >