De noodzaak werd gevoeld ook na de schoolleeftijd aan de leerlingen van de scholen voor buitengewoon lager onderwijs intensieve zorg te geven. Zo ontstond een nieuwe vorm van sociaal-pedagogisch werk.
In Frl. werkt sinds 1949 een sociaal-pedagoog (nazorgambtenaar) in dienst van het Instituut voor de Geestelijke Gezondheidszorg in Lwd. Een in 1956 opgerichte Fr. Federatie van Sociaal-Pedagogische Stichtingen beoogt reorganisatie en uitbreiding van het aantal werkers. Nazorg houdt in: avondverzorging (door de scholen), hulp bij arbeidsbemiddeling, adviseren van ouders en instanties, het plaatsen in speciale werkplaatsen en tehuizen, kampen en internaten, samenwerking met instellingen op het terrein van het algemeen maatschappelijk werk, kinderbescherming en reclassering, sociaalpsychiatrische dienst e.d., gezinsvoogdij en verdere zorg gedurende puberteit, adolescentie en volwassenheid.
Zie: Rapport van de werkzaamheden der commissie voor het B.L.O. in Frl. (1947); Rapport inzake Kinderbescherming in Frl. (St. Frl. v. M.W. 1956).
N.C.L.B., zie Landarbeidersbonden.
