Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MOTORRIJTUIGENPARK

betekenis & definitie

Ook in Frl. is de laatste jaren het aantal motorrijtuigen snel gegroeid. In 1956 twee maal zoveel personenauto’s als in 1950 en drie maal zoveel als in 1938; twee maal zoveel vrachtauto’s als in 1938 en twee maal zoveel motorrijwielen als in 1948. zie Bromfietsen.

Op 1.8.1956 had Frl. 5353 motorrijwielen, 478 scooters, 11 745 personenauto’s, 345 autobussen, 4640 vrachtauto’s (en 247 trekkers voor opleggers). Per 1000 inw. zijn er in Frl. aan motorrijwielen 11,4 (Nederland 12,25), scooters 1,02 (2,62), personenauto’s 24,41 (30,04), autobussen 0,73 (0,67), vrachtauto’s 9,87 (10,35). In personenauto’s heeft Frl. een lichte achterstand, zelfs groter dan in 1953, door de relatief snellere toeneming elders.

< >