Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

LOT

betekenis & definitie

De eeuwen door is het L. geworpen (voor de

M.E. zie Godsoordeel). De jaarlijks verhuurd wordende aandelen in de gemene weide (zie Meenschar) heetten vroeger Loten. De dag waarop voor de militie geloot moest worden (lottersdei) was tot in onze eeuw berucht (zie Ameland in de volkstaal). In de 18de en 19de eeuw kende men de Totsmousen’, rondreizende lotenverkopers, vaak joden.

Zie: Slj. en Rj. (1936), 450-453, 465-468.

< >