Geslacht van procureurs, notarissen, secretarissen e.d., afstammend van Jan v. A. (?Lwd. 1605).
Verbleef enige generaties te Meppel, Oldemarkt en Kuinre, doch kwam met Everhardus V. A„ sedert 1796 secretaris van Het Bildt, weer in FrL, waar zich takken Glastra v.
A., Potter v. A. en Swartte v.
A. noemden.Zie: A. A. Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenboek II (1888), 238. —, Folkert Nicolaas van, scheepsbouwer en werktuigkundige (Harlingen 6.12.1775-13.12.1840). Na in verschillende functies reeds amateur-scheepsbouwer te zijn geweest, werkte hij 1824-40 als zodanig praktisch te Harlingen. Schreef boeken.
Zie: Leeuw. Cour. (2.3.1841; 8.11.1947).
— Jz., Jacobus van, steenfabrikant (Sint Anna Parochie 30.12.1821-Lwd. 7.2.1903). Steunde moreel en financieel de Fr. zaak; met T. R. Dykstra en H. Sytstra oprichter van het Selskip 1844, voorzitter (1862-96), erevoorzitter (1896). Bezorgde met
M. de Boer het Fr. Lieteboek (1876), waarin enige liederen van zijn hand. Ijverde voor het Fr. Woordenboek, voor de prov. bibliotheek en voor de waterstaat. Redacteur 'Fr. Volksalmanak’ (1884-96).
Liberaal politicus: statenlid (1850-90), secretaris van Baarderadeel (1851-60), gedeputeerde (1860-1901). Zijn ‘panwerk’ stond te Huins. Op zijn graf is in 1907 door het Selskip 1844 een gedenksteen opgericht.
Zie: N.B.W. ix, 619; Tinkboek Selskip, 126, 157-158.