a. riviertje in Z.O.-Frl. Vroeger een vrij naar de Zuiderzee afstromende rivier, thans de gedeeltelijk gekanaliseerde Boven-L. van Tronde tot de Driewegsluis en de Beneden-L. van die sluis tot Kuinre.
De Boven-L. verzorgt de afwatering van de L.-vallei, liet overtollige water komt in de Fr. boezem door een stoney-sluis bij de Driewegsluis. De Beneden-L. ligt gemeen met de boezem van het waterschap Vollenhove. Het onland aan het wijde van de L. (moerasbos en rietland, 5 ha) is een belangrijk broedterrein, eigendom It Fr. Gea.
b. boezemwaterschap in Oost- en Weststellingwerf (ruim 14000 ha). Opgericht 1918 ter bevordering van de waterregeling en de verkeersgelegenheid. Voornaamste onderhoudsobject de rivier L., die bij Kuinre sinds 1842 door een sluis loosde op de Zuiderzee.
In 1922-27 is de rivier O. van de Helomavaart op kosten van rijk, prov. en belanghebbenden verbeterd en gekanaliseerd tot snellere afvoer van het water en om de situatie voor de scheepvaart te verbeteren. Bovendien zijn het Fr. en het Overijselse deel van de L. door de Driewegsluis gescheiden, zó, dat het water van het Fr. deel voortaan afvloeide naar de Fr. boezem. Aan het opgerichte waterschap De L. zijn onderhoud en beheer van de gekanaliseerde rivier en de kunstwerken opgedragen en betaling van een deel der verbeteringskosten. Alleen de belanghebbende gronden in Frl. zijn in het waterschap opgenomen, ofschoon ook andere op dit deel der L. afwateren. Tot het gebied van de L. behoren ook de gronden in de afzonderlijke boezemwaterschappen de Eersteling, de Meenthe, de Weeren, de Merriemaden, de Stroomkant. Het uit drie personen bestaande dagelijks bestuur wordt benoemd door Ged.
Staten. Voor het wapen —> Boezemwaterschap.
Zie: Dossiers prov. griffie; Wouda, Afwatering van Frl.; Reg. Leeuw. Cour., 54; Repert., 201; Schönfeld, Waternamen, 263-264, 272.
Lindelinie, of ‘Fr. linie’. De verdedigingslinie, die H. W. v. Aylva 1672 in Z.O.-Frl. vormde, zie —> Schansen.
Zie: W. E. v. Dam v. Isselt, De verdediging van Frl. in 1672/73 (Den Haag 1931).
Lindesas. Sluis in de L., onderdeel van de Nieuwe
L.-dijk, aanvankelijk keersluis, sinds 1870 schutsluis. Doet geen dienst meer.
Lindevallei. Natuurmonument aan de L. ten zuiden van Wolvega, eigen aan It Fr. Gea. Het dal is hier ca. 1,5 km breed; hierin heeft zich moerasveen gevormd, vnl. uit zegge; de veenlaag is bij de L. meer dan 3 m dik en wigt naar de dalwanden uit. Binnen de L.-dijken is dit veen vooral in 18de en 19de eeuw vergraven en zijn vele veenputten (petgaten) ontstaan, met een rijke flora van open water tot rietvelden en moerasbos (elzenbroek).
Ook de fauna is hier rijk aan soorten en individuen: otter; als broedvogels o.a.: zwarte stem, purperreiger, roerdomp en snor; voor enkele jaren ook dwergmeeuw. De L.-vallei bestaat uit drie delen, nl. N. van de L.:
a. W. van de Rijksstraatweg de Driessenpolder van ruim 52 ha en de Gorterspolder van ruim 45 ha; b. ten oosten van de spoorbaan de Helomapolder c.a. van ruim 82 ha, door een oud veensluisje, thans gerestaureerd, in verbinding met de L. Tegenover b. ligt Z. van de L. het Dr. Botkereservaat (40 ha). Landschappelijk
is de L.-vallei bijzonder mooi; buiten de broedtijd vrij toegankelijk langs wegen en dijken.